Minder aanmeldingen voor compensatie beroepsziekte dan verwacht

DEN HAAG (ANP) - Bij het Instituut Slachtoffers Beroepsziekten door Gevaarlijke stoffen (ISBG) melden zich tot dusver minder mensen dan verwacht, mogelijk doordat zij zich er niet van bewust zijn dat ze een beroepsziekte hebben. In januari opende een regeling voor mensen die een ziekte opliepen als gevolg van hun werk. Zo'n 250 mensen deden een aanvraag voor financiële compensatie, laat het instituut vrijdag weten. En dat terwijl bij aanvang van de regeling verwacht werd dat er dit jaar 2500 aanvragen zouden worden gedaan.

De Tegemoetkoming Stoffengerelateerde Beroepsziekten is er op dit moment voor drie beroepsziekten: longkanker door asbest, allergisch beroepsastma en de schildersziekte CSE. Het instituut noemt het "opmerkelijk" dat mensen met longkanker door asbest de regeling minder goed weten te vinden dan verwacht. "Waarschijnlijk heeft dat ermee te maken dat patiënten met longkanker zich er niet bewust van zijn dat hun ziekte mogelijk veroorzaakt is door een beroep dat zij in het verleden, vaak tientallen jaren geleden, hebben uitgeoefend." Het ISBG adviseert mensen met longkanker die in het verleden met asbest hebben gewerkt om erover te praten met een arts. "Als er een vermoedelijk verband is, meldt u zich dan aan via de website van het ISBG."

De mensen die zich wel melden voor de regeling hebben allerlei verschillende beroepen, zegt het ISBG. Het zijn of waren mensen met zware beroepen, zoals verfspuiters, timmermannen en elektromonteurs, maar er meldden zich ook al een archivaris en een predikant. Mensen die allergisch beroepsastma kregen, zijn onder meer bakkers die met meel hebben gewerkt waar ze allergisch voor bleken te zijn. Mensen kunnen de schildersziekte ontwikkelen als ze met verf hebben gewerkt, of met bijvoorbeeld lijm waar weekmakers in zitten. Iemand met de schildersziekte heeft schade aan het zenuwstelsel. Het aantal beroepsziekten dat onder de regeling valt zal "binnen afzienbare tijd" worden uitgebreid, aldus het ISBG.

De regeling is bedacht nadat een onderzoekscommissie een kritisch rapport had geschreven over de schadeafhandeling voor mensen met een van deze beroepsziekten. Dat rapport verscheen in 2020. Het kabinet besloot de aanbevelingen over te nemen. Per persoon is een bedrag van zo'n 23.000 euro beschikbaar.