Leefstijlmonitoring, sociale robots, leefpatronen analyseren, sensoren inzetten, koppelingen van verschillende technologieën toepassen, dataverzameling en de toekomst van Artificial Intelligence (AI). Henk Herman Nap kan er oneindig over praten. Henk Herman is senior onderzoeker en e-Health specialist bij Kenniscentrum Vilans. Volgens hem zitten we op een keerpunt en zullen we steeds vaker nieuwe technologieën inzetten voor preventie en vroege detectie van problematiek.
“e-Health gaat in toenemende mate een ondersteunende rol spelen in de langdurige zorg en draagt bij aan een wereld waarin mensen langer prettig, zelfstandig en zelfredzaam blijven thuis wonen. Toch zien wij maar al te vaak dat de implementatie stroef verloopt of zelfs faalt, doordat systemen niet goed met elkaar communiceren of simpelweg te complex zijn in het gebruik” legt Henk Herman Nap uit. "We zitten op een keerpunt. De technologie is er, maar de grootste verandering zit in de mens.”
Noodzaak e-Health neemt toe
Sinds de coronacrisis is de noodzaak van nieuwe technologieën steeds groter geworden. Niet alleen omdat we veel thuis zitten, maar ook omdat er nog meer extra druk op de zorg ligt. “Er is te weinig personeel, de druk op de zorg is enorm en het aantal ouderen wordt in de toekomst alleen maar groter.” Artificial Intelligence (AI) en andere technologieën kunnen helpen om de druk op de zorg te verminderen. Door het inzetten van e-Health kunnen mantelzorgers, zorgprofessionals en naasten bijvoorbeeld van iemand die hulpbehoevend is preventief handelen. Aan de hand van dataverzameling en leefstijlmonitoring kunnen problemen namelijk vroegtijdig worden geconstateerd
Leefstijlmonitoring in de praktijk
Henk Herman Nap legt uit: “Leefstijlmonitoring bestaat uit een netwerk van passieve infrarood sensoren en die zijn gekoppeld aan het internet. Een mantelzorger of een zorgprofessional kan dan inzicht hebben in het leefpatroon van een persoon thuis.” Leefstijlmonitoring geeft dus een goed beeld van het leefpatroon van mensen met bijvoorbeeld dementie, de ziekte van Parkinson en/of een verstandelijke beperking. Aan de hand van leefstijlmonitoring krijgen betrokkenen informatie over het functioneren de persoon die gemonitord wordt. Het geeft een beter beeld van hoe het met iemand gaat en zorgt ervoor dat er eerder aan de bel kan getrokken wanneer iemand plotseling een afwijkt van z’n dagelijkse patroon. Dat kan duiden op een flinke achteruitgang, al dan niet tijdelijk.
Koppelen van verschillende soorten technologie
Leefstijlmonitoring kan worden gekoppeld aan bijvoorbeeld een robot. Neem als voorbeeld Zorgrobot Tessa van Tinybots. Tessa is een zorgrobot, een hulpmiddel voor mensen met een cognitieve beperking. Met Tessa kan er zorg op afstand gegeven worden door verbale begeleiding te geven. Via de app stelt de zorgverlener, de zorgbehoevende zelf of de mantelzorger taken, afspraken en berichten in op Tessa. De berichten spreekt Tessa dan uit in haar eigen stem. Als leefstijlmonitoring en een robot wordt gekoppeld ontstaat er iets nieuws. Door de robot inzicht te geven in het leefpatroon van iemand door leefstijlmonitoring en deze vervolgens te laten communiceren met de speaker van de robot kan de inzet nog effectiever worden. Henk Herman: “Je versterkt beide technologieën”.
Hoe nu verder?
Volgens Henk Herman Nap is er voor de implementatie en opschaling van e-Health een stukje scholing en verandermanagement nodig. Gericht mensen trainen, coachen en ondersteunen kan helpen. Het ontbreekt zorgverleners nu nog aan kennis en kunde om e-Health goed te implementeren. Daarnaast heerst er ook een angst dat de rol van een professional verdwijnt wanneer e-Health succesvol geïmplementeerd wordt. Maar wat als dit bijvoorbeeld een zorgprofessional juist meer ruimte geeft om ‘echt’ contact te maken met iemand die zorg nodig heeft?!
